Een raaf broedt geen kanarievogel
Dit is een spreekwoord dat eigenlijk wil zeggen dat de kinderen vaak op de ouders lijken, maar wij bekijken dat weer anders natuurlijk. Want raven en kanarievogels hebben ook iets gemeen; het zijn namelijk beide (raar maar waar) ‘zangvogels’.
Niet alle zangvogels zijn kleine en mooi gekleurde vogeltjes met een engelenzang. Raven staan eerder symbool voor het duistere en occulte, voor dood en verderf en als een slecht voorteken. Maar het is onze taak als dierentuin om folklore een beetje bij te stellen, zonder de waardevolle geschiedenis en de mythologische betekenis te vergeten uiteraard. Raven verdienen net zoals alle andere dieren ook positieve aandacht. Vanaf nu wordt het oude neusberenverblijf bezet door een koppel raven die het alvast leuk vinden om het hele terras in de gaten te houden.
De wilde raaf zou in onze streken een welkome ‘grote’ aaseter zijn, want door het gebrek aan aaseters zoals gieren en hyena’s zijn in onze streken vossen, marters, kraaien en vliegen maar enkele voorbeelden van dieren die in groten getale kunnen voorkomen omdat ze weinig concurrentie hebben. Hoe meer divers een ecosysteem is, hoe minder kans dat sommige soorten overdreven veel gaan voorkomen. Hoe sneller lijken door aaseters opgeruimd worden, hoe minder kans ook op de verspreiding van ziektes.
Vele mensen hebben het moeilijk met het verschil tussen raven, kraaien, roeken en kauwen maar toch zijn het allemaal weer andere soorten met elk hun eigen kenmerken. Wat de kraaiachtigen wel gemeen hebben, is een ongelooflijke intelligentie. Raven zijn vogels die bewezen hebben dat ze met elkaar kunnen communiceren over zaken die ergens anders plaatsvinden (displacement). Met andere woorden een raaf kan uitleggen aan een andere raaf dat er op een andere locatie gevaar schuilt of dat er iets te vinden is. Bijvoorbeeld jonge raven gaan andere jonge raven halen om zo met een grotere groep te zijn om een volwassen koppel territoriale raven van een kadaver weg te jagen. De intelligentie van deze dieren beginnen we nog maar net te begrijpen en er valt ongetwijfeld nog veel te ontdekken.
Dat ze zo slim zijn betekent wel dat de verzorgers ze moeten bezighouden met soort specifieke verrijking. Het oplossen van problemen is hun sterkte dus moeten de verzorgers méér problemen kunnen verzinnen dan dat de raven ze kunnen oplossen.