De bizons zijn helaas moeten vertrekken uit ons park, maar met een goede reden. Meer ruimte voor de savannedieren drong zich op.

Soms kies je beter om een diersoort te laten gaan ten voordele van het welzijn van anderen. Recent zijn enkele groepen van savannedieren herschikt en nieuwe individuen brengen ook altijd nieuwe relaties met zich mee. De gnoe kreeg 2 vrouwtjes erbij, waardoor hij nu dé man is. De waterbok, vanuit het natuurhulpcentrum, kwam ook bij 2 vrouwen terecht en denkt ook dat hij dé man is. De impala kwam hier ook bij 2 vrouwen terecht en trekt er zich niks van aan dat hij de kleinste is. Ondanks het feit dat ze gelukkig geen interesse hebben in elkaars vrouwen moeten ze blijkbaar toch de macho uithangen door elkaar wat te bekampen. Dat is niet zo’n groot probleem als er ruimte genoeg is en de dieren ook wat uit elkaars weg kunnen gaan. En de echte mannen, onze drie bachelor algazellen, vinden dat natuurlijk ook wel ok. En dan heb je nog de zebra’s die alle nieuwkomers komen lastigvallen omdat ze hen niet kennen.

Het perk van de bizons is nu opengesteld voor de savannebewoners die al aan de zuidkant van het savannegebouw zaten, maar in een later stadium komen de algazelles er ook gezellig bij samen met de zebra’s. zij zitten nu aan de Noordkant samen met de olifant en de giraffen maar kunnen straks onder de brug weer héél de savanne benutten.

Wij kruisen onze vingers dat alles nu in relatieve harmonie zal samenleven, voor de dieren is het allemaal een goede verrijking dat er telkens wat verandert en er telkens nieuwe relaties ontstaan. Een beetje sparren hoort er al eens bij maar pestkoppen worden aangepakt en moeten even in het strafhoekje.

Niet enkel de cheeta’s of jachtluipaarden zijn snel, ook onze capabele techniekers. Eens ze zich op een project richten gaat het snel vooruit.

Pakawi park is al jaren bekend om zijn jachtluipaarden. Het werd dus tijd om het oude verblijf een complete make-over te geven met enkele leuke speelse elementen voor onze kleine of grote, avontuurlijke bezoekers. Die zullen via een sluipweg op zoek kunnen gaan naar een gestrande terreinwagen om van hieruit deze prachtige dieren te ontdekken. We leggen nu de laatste hand aan de omheiningen. Het verblijf bestaat uit twee delen. Vanaf volgende week zal het tweede gedeelte in gebruik genomen worden . 

Alles werd onder de loep genomen zoals een véél beter geïsoleerd binnenverblijf met drie volledig nieuwe binnenperken. Maar ook de groene tuindraad die dienst deed als omheining is nu vervangen door een stevigere en hogere omheining. Het perk zal opdeelbaar zijn, zodat we in de toekomst een beetje kunnen schuiven met dieren tussen verschillende binnen-en buitenverblijven naargelang er nood aan is. Ook aan de bezoeker is gedacht, een groot raam levert toeschouwers en fotografen een ander beeld op en de gestrande terreinwagen geeft ook een aparte beleving, die haalt dan wel geen 100 km/u meer.

De keuze om dit verblijf nu te renoveren heeft ook nog een bijkomende reden, we hebben namelijk ook nieuws te melden op vlak van de jachtluipaarden zelf. Bezoekers kennen Jaffa en zijn zoon Speed natuurlijk al een tijdje. Maar eens het nieuwe verblijf af is zal ook vrouwtje Sedona haar intrede doen in ons park. Ze zit al een tijdje in quarantaine en had wat extra zorg nodig, maar nu is ze tiptop en kan ze binnenkort haar intrede doen in haar nieuwe stek. Speed zal even moeten recupereren van een flinke operatie, maar dat bespreken we binnenkort in een ander artikel van zodra we zicht hebben op zijn herstel.

Het verblijf van de jachtluipaarden renoveren kadert in een project rond het aanpassen van vele verblijven van de grote roofdieren. Naast de jachtluipaarden zijn ook reeds de tijgers en de witte leeuwen aangepakt, benieuwd wat het volgende zal zijn?

Onze tropenhal bevat over het algemeen soorten uit allerlei tropische gebieden zoals Afrika, Azië en Amerika. Bovengronds vond je vroeger vooral de vogels en in de verdoken reptielengang de reptielen. Maar nu hebben we die regeltjes wat overboord gegooid. 

Ook in Pakawi Park kampen we met de hoge energieprijzen. Zo wordt het tijd om een paar verblijven nader te bekijken. Waaronder o.a. onze Tropenhal. Het hoeft geen verrassing te zijn dat deze ruimte nogal energie-intensief is. We zijn gaan kijken hoe de indeling was en hoe deze dan kon geoptimaliseerd worden. Immers, wanneer we in deze grote ruimte de temperatuur met een paar graden kunnen laten zakken dan scheelt dat al een hoop. Het gevolg is wel dat er een paar diersoorten moesten verhuizen naar warmere verbijven.  

Dit blijkt een win-win situatie! 

Witoorpenseelaapje bestudeert wat vanuit zijn standpunt een heuse “dino” is.

Enkele volières waarin vroeger vooral één soort vogel per volière te zien was zijn nu samengenomen en voorzien van isolatie, verlichting en inrichting. Zo wordt het monotone zicht doorbroken.  

Het eerste verblijf of ‘tropenhalterrarium’ is inmiddels al goed in gebruik genomen door de witoorpenseelaapjes, de groene leguanen en de kolenbranders. Ze leven hier door elkaar en allen zijn ze afkomstig uit Zuid-Amerika. We noemen dat een ‘gemengd verblijf’ en het heeft allerlei voordelen. Zo verwarm je slechts één ruimte voor drie diersoorten en omdat de minimumoppervlaktes nodig voor elke soort opgeteld moeten worden, genieten ze allen van een verblijf dat veel groter is dan dat ze er alleen in zouden zitten. Wel moeten wij opletten welke bewoners we aan co-housing laten doen. Als ze totaal andere zaken eten bestaat de kans dat ze een verkeerde voeding nemen. En als ze hetzelfde eten bestaat de kans dat ze ruzie maken. In dit geval zijn de leguanen vooral verzot op groene bladgroenten, de penseelaapjes op kleine stukjes groenten, fruit en insecten. De penseelaapjes eten ook graag ‘gom’ omdat ze in het wild boomsappen eten, de leguanen eten dat dan weer niet. De kolenbranders lusten ook groenten en fruit, maar deze landschildpadden kunnen niet springen of behendig klimmen zoals de andere bewoners. Daarom dat ieder zijn eigen voederschotel heeft die de rest moeilijker kan bereiken.  

Er is nog een laatste voordeel aan gemengde verblijven, en dat is de verrijking voor hun gedrag. De dieren hebben altijd wel een beetje interactie met elkaar en dat maakt hun alerter. Net zoals ze in het wild alert moeten zijn voor de dieren rondom hen. Leuker voor de bezoeker én leuker voor de dieren, wat wil je nog meer?  
 
Kom zeker nog eens kijken, tot de paasvakantie zijn we geopend in het week-end en op woensdagen, vanaf de paasvakantie zijn we weer elke dag open.

Vele dieren die wij associëren met warme gebieden zoals de leeuwen en de Bengaalse tijgers kunnen eigenlijk best goed tegen de koude. De koude brengt eerder onrechtstreekste uitdagingen. Zo moeten we ervoor zorgen dat sommige dieren niet over het ijs van hun eiland af kunnen lopen zoals de kapucijnapen en de ringstaartmaki’s. Maar zeker ook bij de leeuwen willen we dit vermijden. Bevroren of gladde ondergrond is ook voor de giraffen een uitdaging, zij mogen zeker niet uitglijden met hun lange kwetsbare poten.

Niet alleen in de zomer lusten de tijgers ijs.

Gelukkig hebben die dieren ook hun binnenverblijven zodat hun eten en drinken niet bevriest en waar ze hun soortspecifieke temperatuur behalen. De echte tropische dieren gaan natuurlijk wat dichter tegen hun infraroodpaneel, lamp of warmtepomp zitten. Eens opgewarmd vinden de meeste dieren het nog altijd leuker buiten dan binnen.

In het kader van duurzamer omgaan met energie, waar we eerder reeds over spraken, worden nu ook enkele volières in de tropenhal omgevormd tot combiverblijven. Hier kunnen reptielen en zoogdieren samen gehuisvest worden. Een heuse knuffelmuur moet hier de warmte evenredig verdelen zodat er niet één warmtepunt is in een verder kille omgeving, maar een aangename temperatuur over het hele verblijf.

Eerst worden de wanden extra geïsoleerd.
Vervolgens worden de warmtebuizen gemonteerd alvorens de wandplaat er tegen komt.
Onze leeuw krijgt alvast geen ‘sneeuwballen’ van de winterprik.

We werken reeds jaren samen met de firma REFONA om bloedluizen te bestrijden. Deze mijten (geen luizen) komen voor op wilde vogels en kunnen hun weg vinden naar jouw kippen maar ook naar onze vogels én onze reptielen. Deze ecologische en duurzame manier van bestrijding hebben we dit jaar uitgebreid met een kleine 250.000 nieuwe bewoners van ons park per week voor de bestrijding van steekvliegen.

Dutchy’s® zijn roofmijten die actief op deze bloedmijten jagen. Ze zorgen voor een biologische bestrijding met een evenwicht tot gevolg. Met andere woorden, ze gaan mogelijk niet de bloedmijten voor 100% weg krijgen, maar wel de populatie tot bijna niets reduceren. Komen er dan nieuwe bloedmijten binnen, geen probleem, er staat een leger roofmijten klaar! Bij chemische bestrijding is er zo geen buffer.

Nu hebben we dit jaar onze samenwerking uitgebreid, met name voor de bestrijding van de steekvliegen of stalvliegen (Stomoxys). Je kent ze wel, het lijken gewone huisvliegen maar ze kunnen vervelend bijten. Ook onze dieren hebben last van deze vliegen en de klimaatverandering lijkt deze vliegen gunstig gezind. Ze zijn er vroeger, ze zijn met meer en ze blijven langer. Tijd dus om oplossingen te zoeken om de last te verminderen voor onze dieren. Niet enkel de savannedieren, maar ook de leeuwen en de wolven bijvoorbeeld hebben last van deze bijtvliegen. Chemische bestrijding is niet eenvoudig aangezien de actieve stof om insecten te bestrijden niet goed is voor katachtige roofdieren.

We kregen 2 legers om de vlieg te bestrijden, de mijt Macrochelys robustulus heeft het gemunt op de eitjes van de vliegen. Je zet ze uit op plaatsen waar mest of voedselresten liggen (mesthoop of container). Zo’n 150.000 van deze diertjes kwamen er per week aan in ons park. Dan hebben we ook nog de sluipwesp Muscidifurax raptorellus die het gemunt heeft op de poppen van de vlieg. Als de vliegenmade verandert in een pop legt de sluipwesp eitjes in de pop waardoor er geen vlieg maar enkele sluipwespen uit de pop komen. Deze kan je uitzetten in het verblijf zelf omdat de wespjes Van deze wespen kregen we er zo’n 90.000 per week bij in deze testfase. Voor wie schrik heeft van wespen, je kan zien op de afbeelding dat het hier niet om de klassieke wespen gaat, ze geven geen last naar mensen toe en steken niet.

Onze vaste bezoekers en abonnementhouders zullen het vast beamen. Het eilandje aan de inkom van het park heeft lang leeg gestaan! Maar na een grondige renovatie is het eindelijk terug bezet. Kom alvast meer te weten over de nieuwe bewoners in Pakawi Park.

Velen denken misschien aan jonge diertjes bij deze titel en vooral hoe ze tot stand komen, maar in dit geval hebben we het echt over de bloemetjes en de bijtjes. En dan vooral de bloemetjes.

Lees meer

De Afrikaanse schildpadden in onze tropenhal houden geen winterslaap, dus moeten we hen in de winter een warmtehuisje geven om hun ‘batterijtjes’ op te laden. Deze winter hebben deze een upgrade gehad die zowel voor het dierenwelzijn als de algemene duurzaamheid voordelig kan zijn.

Lees meer

De oplettende bezoeker vraagt zich misschien af waarom er de laatste tijd enkele bureelcontainers in het park staan. Dat is niet omdat de beestjes nog papierwerk hebben of om de mensen op de burelen een ander uitzicht te geven.

Lees meer