Tag Archief van: Onderzoek

Pakawi Park heeft inderdaad ooievaars in de collectie, zodat je deze dieren altijd van dichtbij kan bewonderen. Maar sinds kort zijn onze wilde ooievaars ook in opmars. Daarbovenop hebben we ook nog een slecht vliegende wilde ooievaar opvang geboden. Één soort met drie invalshoeken dus.

Jonge ooievaars houden zich voor dood (Tonische immobiliteit)

Dinsdag 13 juni is de ringendienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) langsgekomen voor het derde jaar op rij om onze jonge wilde ooievaars te ringen. Geen metalen vaste voetring, zoals bij de ooievaars in de dierentuincollectie, maar een wetenschappelijke ring die het mogelijk maakt de wilde ooievaars te herkennen voor onderzoek.

Dit jaar hadden ze dubbel zoveel werk, want na jarenlang slechts één nest wilde ooievaars te hebben in het park, hebben we nu eindelijk een tweede nest gekregen. Het eerste nest, met dit jaar 4 jongen, bevond zich boven op de volière van de Amerikaanse zeearend. Blijkbaar weten de ooievaars dus dat de arenden hen niet aankunnen want een logische keuze is het niet.

Het nest op het verblijf van de zeearenden.

Het tweede nest ooievaars, met 3 jongen, heeft een veiligere plaats gekozen bij hun naaste verwanten op de grote wandelvolière. Zo hebben ze de hele dag zicht op de hamerkopooievaars, rode ibissen, Puna ibissen, strohalsibissen, kleine zilverreigers, koereigers, kwakken, witgezichtreigers en de Flamingo’s.

Het nest op de grote volière.

Toch kan je binnenkort ook een ooievaar met wetenschappelijke ringen op de grond zien! Dat is een jonge wilde ooievaar met een gebrekkige vleugel, waardoor hij nooit goed zal kunnen vliegen. De vogel is geboren in dierenpark Planckendael en heeft dan ook nog eens een verkeersongeval gehad en is zo binnengebracht bij opvangcentrum ‘Dieren in nood’ in Brasschaat. De vogel is terug gezond maar kan niet vrijgelaten worden in de natuur omdat hij dan een ‘vogel voor de kat’ is. In Planckendael zelf was het moeilijk om deze te houden aangezien hij dan mogelijk terug op de drukke weg beland. Daarom hebben wij een ontheffing aangevraagd om deze vogel bij onze ooievaars te houden zodat hij mogelijk toch kan overleven. Wie weet koppelt deze ooievaar hier terug met een wilde en kan hij of zij toch nog bijdragen aan de wilde populatie. De toekomst zal het uitwijzen of hij of zij zich goed aanpast hier.

 

Speed heeft zijn naam niet gestolen, moest het een probleemloze cheeta zijn. Cheeta’s of jachtluipaarden zijn immers de snelste landdieren die er zijn. Maar Speed is hier toegekomen met een klein ‘probleempje’, namelijk met een medisch implantaat van een complexe botbreuk in het dierenpark waar hij geboren is. Hij zal dus nooit de snelste worden. 

In ieder geval dat implantaat ‘had’ hij, want op 31 maart is het medisch implantaat verwijderd. Dat was nodig omdat dit geplaatst is geweest toen het dier nog jong was en het bot sindsdien ook nog gegroeid is. Daardoor komt er te veel spanning op het implantaat. Na verloop van tijd komen de schroeven té vast te zitten en duwt het implantaat te strak tegen de huid. 

Ook geschoren heeft een cheeta vlekjes!

Voor deze operatie deden we een beroep op de Universiteit van Gent. Waar onze nieuwe dierenarts Robby van Leeuwenberg ook gedeeltelijk werkzaam is.   Deze gecompliceerde operatie werd uitgevoerd door een team van maar liefst 8 mensen waaronder 3 chirurgen met 2 assistenten én 3 anesthesisten die constant de verdoving gemonitord hebben. Daarnaast is er nog een apart maagonderzoek geweest en hebben we meegewerkt aan wetenschappelijk onderzoek door ook een hartecho en nieronderzoek te laten doen. Onze eigen dierenarts Robby van Leeuwenberg deed daarbovenop nog een vruchtbaarheidsonderzoek. Verzorgers Dieter en Katrien waren er ook bij en verzorgden het transport van het dier. Er zijn dus maar liefst 14 mensen betrokken geweest bij een ingreep die 7 uren in beslag genomen heeft, de rit niet meegerekend. 

Er moest maar eens té weinig volk zijn

Speed heeft na de operatie een middel gekregen waardoor hij een beetje ‘mellow’ wordt zodat hij minder pijn heeft en minder de behoefte heeft om aan de wonde te likken.  Een cheeta met een lampenkap op zijn kop is immers niet ze elegant of aerodynamisch natuurlijk. 

We werken reeds jaren samen met de firma REFONA om bloedluizen te bestrijden. Deze mijten (geen luizen) komen voor op wilde vogels en kunnen hun weg vinden naar jouw kippen maar ook naar onze vogels én onze reptielen. Deze ecologische en duurzame manier van bestrijding hebben we dit jaar uitgebreid met een kleine 250.000 nieuwe bewoners van ons park per week voor de bestrijding van steekvliegen.

Dutchy’s® zijn roofmijten die actief op deze bloedmijten jagen. Ze zorgen voor een biologische bestrijding met een evenwicht tot gevolg. Met andere woorden, ze gaan mogelijk niet de bloedmijten voor 100% weg krijgen, maar wel de populatie tot bijna niets reduceren. Komen er dan nieuwe bloedmijten binnen, geen probleem, er staat een leger roofmijten klaar! Bij chemische bestrijding is er zo geen buffer.

Nu hebben we dit jaar onze samenwerking uitgebreid, met name voor de bestrijding van de steekvliegen of stalvliegen (Stomoxys). Je kent ze wel, het lijken gewone huisvliegen maar ze kunnen vervelend bijten. Ook onze dieren hebben last van deze vliegen en de klimaatverandering lijkt deze vliegen gunstig gezind. Ze zijn er vroeger, ze zijn met meer en ze blijven langer. Tijd dus om oplossingen te zoeken om de last te verminderen voor onze dieren. Niet enkel de savannedieren, maar ook de leeuwen en de wolven bijvoorbeeld hebben last van deze bijtvliegen. Chemische bestrijding is niet eenvoudig aangezien de actieve stof om insecten te bestrijden niet goed is voor katachtige roofdieren.

We kregen 2 legers om de vlieg te bestrijden, de mijt Macrochelys robustulus heeft het gemunt op de eitjes van de vliegen. Je zet ze uit op plaatsen waar mest of voedselresten liggen (mesthoop of container). Zo’n 150.000 van deze diertjes kwamen er per week aan in ons park. Dan hebben we ook nog de sluipwesp Muscidifurax raptorellus die het gemunt heeft op de poppen van de vlieg. Als de vliegenmade verandert in een pop legt de sluipwesp eitjes in de pop waardoor er geen vlieg maar enkele sluipwespen uit de pop komen. Deze kan je uitzetten in het verblijf zelf omdat de wespjes Van deze wespen kregen we er zo’n 90.000 per week bij in deze testfase. Voor wie schrik heeft van wespen, je kan zien op de afbeelding dat het hier niet om de klassieke wespen gaat, ze geven geen last naar mensen toe en steken niet.

Pakawi Park werkt reeds lange tijd met software specifiek voor het collectiebeheer van dierentuindieren over de hele wereld. Eerst was dit ARKS (Animal Records keeping System) en later werd dit ZIMS (Zoological Information Management System). Dit keer heeft Species360, de organisatie die deze software beschikbaar stelt, een Engelstalig artikel klaargestoomd dat alle meewerkende parken mogen delen.  Het gaat over het feit dat sommige dieren, zoals schildpadden, tegen de logica in, erg oud kunnen worden. Ze gebruiken de data uit ZIMS van de ouderdom van dierentuindieren in dit onderzoek.

Lees meer

Onze tijgerin Iwa had last van een tandprobleem in de grootste tand denkbaar, de bovenste hoektand. Hier een oplossing voor vinden is geen sinecure, tijd voor Pakawi Park om weer een stapje verder te gaan in de zorg voor de dieren.

Lees meer