Tag Archief van: werken

Niet enkel de cheeta’s of jachtluipaarden zijn snel, ook onze capabele techniekers. Eens ze zich op een project richten gaat het snel vooruit.

Pakawi park is al jaren bekend om zijn jachtluipaarden. Het werd dus tijd om het oude verblijf een complete make-over te geven met enkele leuke speelse elementen voor onze kleine of grote, avontuurlijke bezoekers. Die zullen via een sluipweg op zoek kunnen gaan naar een gestrande terreinwagen om van hieruit deze prachtige dieren te ontdekken. We leggen nu de laatste hand aan de omheiningen. Het verblijf bestaat uit twee delen. Vanaf volgende week zal het tweede gedeelte in gebruik genomen worden . 

Alles werd onder de loep genomen zoals een véél beter geïsoleerd binnenverblijf met drie volledig nieuwe binnenperken. Maar ook de groene tuindraad die dienst deed als omheining is nu vervangen door een stevigere en hogere omheining. Het perk zal opdeelbaar zijn, zodat we in de toekomst een beetje kunnen schuiven met dieren tussen verschillende binnen-en buitenverblijven naargelang er nood aan is. Ook aan de bezoeker is gedacht, een groot raam levert toeschouwers en fotografen een ander beeld op en de gestrande terreinwagen geeft ook een aparte beleving, die haalt dan wel geen 100 km/u meer.

De keuze om dit verblijf nu te renoveren heeft ook nog een bijkomende reden, we hebben namelijk ook nieuws te melden op vlak van de jachtluipaarden zelf. Bezoekers kennen Jaffa en zijn zoon Speed natuurlijk al een tijdje. Maar eens het nieuwe verblijf af is zal ook vrouwtje Sedona haar intrede doen in ons park. Ze zit al een tijdje in quarantaine en had wat extra zorg nodig, maar nu is ze tiptop en kan ze binnenkort haar intrede doen in haar nieuwe stek. Speed zal even moeten recupereren van een flinke operatie, maar dat bespreken we binnenkort in een ander artikel van zodra we zicht hebben op zijn herstel.

Het verblijf van de jachtluipaarden renoveren kadert in een project rond het aanpassen van vele verblijven van de grote roofdieren. Naast de jachtluipaarden zijn ook reeds de tijgers en de witte leeuwen aangepakt, benieuwd wat het volgende zal zijn?

Onze tropenhal bevat over het algemeen soorten uit allerlei tropische gebieden zoals Afrika, Azië en Amerika. Bovengronds vond je vroeger vooral de vogels en in de verdoken reptielengang de reptielen. Maar nu hebben we die regeltjes wat overboord gegooid. 

Ook in Pakawi Park kampen we met de hoge energieprijzen. Zo wordt het tijd om een paar verblijven nader te bekijken. Waaronder o.a. onze Tropenhal. Het hoeft geen verrassing te zijn dat deze ruimte nogal energie-intensief is. We zijn gaan kijken hoe de indeling was en hoe deze dan kon geoptimaliseerd worden. Immers, wanneer we in deze grote ruimte de temperatuur met een paar graden kunnen laten zakken dan scheelt dat al een hoop. Het gevolg is wel dat er een paar diersoorten moesten verhuizen naar warmere verbijven.  

Dit blijkt een win-win situatie! 

Witoorpenseelaapje bestudeert wat vanuit zijn standpunt een heuse “dino” is.

Enkele volières waarin vroeger vooral één soort vogel per volière te zien was zijn nu samengenomen en voorzien van isolatie, verlichting en inrichting. Zo wordt het monotone zicht doorbroken.  

Het eerste verblijf of ‘tropenhalterrarium’ is inmiddels al goed in gebruik genomen door de witoorpenseelaapjes, de groene leguanen en de kolenbranders. Ze leven hier door elkaar en allen zijn ze afkomstig uit Zuid-Amerika. We noemen dat een ‘gemengd verblijf’ en het heeft allerlei voordelen. Zo verwarm je slechts één ruimte voor drie diersoorten en omdat de minimumoppervlaktes nodig voor elke soort opgeteld moeten worden, genieten ze allen van een verblijf dat veel groter is dan dat ze er alleen in zouden zitten. Wel moeten wij opletten welke bewoners we aan co-housing laten doen. Als ze totaal andere zaken eten bestaat de kans dat ze een verkeerde voeding nemen. En als ze hetzelfde eten bestaat de kans dat ze ruzie maken. In dit geval zijn de leguanen vooral verzot op groene bladgroenten, de penseelaapjes op kleine stukjes groenten, fruit en insecten. De penseelaapjes eten ook graag ‘gom’ omdat ze in het wild boomsappen eten, de leguanen eten dat dan weer niet. De kolenbranders lusten ook groenten en fruit, maar deze landschildpadden kunnen niet springen of behendig klimmen zoals de andere bewoners. Daarom dat ieder zijn eigen voederschotel heeft die de rest moeilijker kan bereiken.  

Er is nog een laatste voordeel aan gemengde verblijven, en dat is de verrijking voor hun gedrag. De dieren hebben altijd wel een beetje interactie met elkaar en dat maakt hun alerter. Net zoals ze in het wild alert moeten zijn voor de dieren rondom hen. Leuker voor de bezoeker én leuker voor de dieren, wat wil je nog meer?  
 
Kom zeker nog eens kijken, tot de paasvakantie zijn we geopend in het week-end en op woensdagen, vanaf de paasvakantie zijn we weer elke dag open.

Vele dieren die wij associëren met warme gebieden zoals de leeuwen en de Bengaalse tijgers kunnen eigenlijk best goed tegen de koude. De koude brengt eerder onrechtstreekste uitdagingen. Zo moeten we ervoor zorgen dat sommige dieren niet over het ijs van hun eiland af kunnen lopen zoals de kapucijnapen en de ringstaartmaki’s. Maar zeker ook bij de leeuwen willen we dit vermijden. Bevroren of gladde ondergrond is ook voor de giraffen een uitdaging, zij mogen zeker niet uitglijden met hun lange kwetsbare poten.

Niet alleen in de zomer lusten de tijgers ijs.

Gelukkig hebben die dieren ook hun binnenverblijven zodat hun eten en drinken niet bevriest en waar ze hun soortspecifieke temperatuur behalen. De echte tropische dieren gaan natuurlijk wat dichter tegen hun infraroodpaneel, lamp of warmtepomp zitten. Eens opgewarmd vinden de meeste dieren het nog altijd leuker buiten dan binnen.

In het kader van duurzamer omgaan met energie, waar we eerder reeds over spraken, worden nu ook enkele volières in de tropenhal omgevormd tot combiverblijven. Hier kunnen reptielen en zoogdieren samen gehuisvest worden. Een heuse knuffelmuur moet hier de warmte evenredig verdelen zodat er niet één warmtepunt is in een verder kille omgeving, maar een aangename temperatuur over het hele verblijf.

Eerst worden de wanden extra geïsoleerd.
Vervolgens worden de warmtebuizen gemonteerd alvorens de wandplaat er tegen komt.
Onze leeuw krijgt alvast geen ‘sneeuwballen’ van de winterprik.