Tag Archief van: verrijking

De bizons zijn helaas moeten vertrekken uit ons park, maar met een goede reden. Meer ruimte voor de savannedieren drong zich op.

Soms kies je beter om een diersoort te laten gaan ten voordele van het welzijn van anderen. Recent zijn enkele groepen van savannedieren herschikt en nieuwe individuen brengen ook altijd nieuwe relaties met zich mee. De gnoe kreeg 2 vrouwtjes erbij, waardoor hij nu dé man is. De waterbok, vanuit het natuurhulpcentrum, kwam ook bij 2 vrouwen terecht en denkt ook dat hij dé man is. De impala kwam hier ook bij 2 vrouwen terecht en trekt er zich niks van aan dat hij de kleinste is. Ondanks het feit dat ze gelukkig geen interesse hebben in elkaars vrouwen moeten ze blijkbaar toch de macho uithangen door elkaar wat te bekampen. Dat is niet zo’n groot probleem als er ruimte genoeg is en de dieren ook wat uit elkaars weg kunnen gaan. En de echte mannen, onze drie bachelor algazellen, vinden dat natuurlijk ook wel ok. En dan heb je nog de zebra’s die alle nieuwkomers komen lastigvallen omdat ze hen niet kennen.

Het perk van de bizons is nu opengesteld voor de savannebewoners die al aan de zuidkant van het savannegebouw zaten, maar in een later stadium komen de algazelles er ook gezellig bij samen met de zebra’s. zij zitten nu aan de Noordkant samen met de olifant en de giraffen maar kunnen straks onder de brug weer héél de savanne benutten.

Wij kruisen onze vingers dat alles nu in relatieve harmonie zal samenleven, voor de dieren is het allemaal een goede verrijking dat er telkens wat verandert en er telkens nieuwe relaties ontstaan. Een beetje sparren hoort er al eens bij maar pestkoppen worden aangepakt en moeten even in het strafhoekje.

Dit is een spreekwoord dat eigenlijk wil zeggen dat de kinderen vaak op de ouders lijken, maar wij bekijken dat weer anders natuurlijk. Want raven en kanarievogels hebben ook iets gemeen; het zijn namelijk beide (raar maar waar) ‘zangvogels’.

Niet alle zangvogels zijn kleine en mooi gekleurde vogeltjes met een engelenzang. Raven staan eerder symbool voor het duistere en occulte, voor dood en verderf en als een slecht voorteken. Maar het is onze taak als dierentuin om folklore een beetje bij te stellen, zonder de waardevolle geschiedenis en de mythologische betekenis te vergeten uiteraard. Raven verdienen net zoals alle andere dieren ook positieve aandacht. Vanaf nu wordt het oude neusberenverblijf bezet door een koppel raven die het alvast leuk vinden om het hele terras in de gaten te houden.

De wilde raaf zou in onze streken een welkome ‘grote’ aaseter zijn, want door het gebrek aan aaseters zoals gieren en hyena’s zijn in onze streken vossen, marters, kraaien en vliegen maar enkele voorbeelden van dieren die in groten getale kunnen voorkomen omdat ze weinig concurrentie hebben. Hoe meer divers een ecosysteem is, hoe minder kans dat sommige soorten overdreven veel gaan voorkomen. Hoe sneller lijken door aaseters opgeruimd worden, hoe minder kans ook op de verspreiding van ziektes.

Vele mensen hebben het moeilijk met het verschil tussen raven, kraaien, roeken en kauwen maar toch zijn het allemaal weer andere soorten met elk hun eigen kenmerken. Wat de kraaiachtigen wel gemeen hebben, is een ongelooflijke intelligentie. Raven zijn vogels die bewezen hebben dat ze met elkaar kunnen communiceren over zaken die ergens anders plaatsvinden (displacement). Met andere woorden een raaf kan uitleggen aan een andere raaf dat er op een andere locatie gevaar schuilt of dat er iets te vinden is. Bijvoorbeeld jonge raven gaan andere jonge raven halen om zo met een grotere groep te zijn om een volwassen koppel territoriale raven van een kadaver weg te jagen. De intelligentie van deze dieren beginnen we nog maar net te begrijpen en er valt ongetwijfeld nog veel te ontdekken.

Dat ze zo slim zijn betekent wel dat de verzorgers ze moeten bezighouden met soort specifieke verrijking. Het oplossen van problemen is hun sterkte dus moeten de verzorgers méér problemen kunnen verzinnen dan dat de raven ze kunnen oplossen.

Vele dieren hebben amfibieën in hun natuurlijk dieet. Denk aan reigerachtigen, ooievaarachtigen, wasbeerachtigen, otters en dergelijke meer. En dat is nu net iets wat zeer moeilijk verkrijgbaar is als een commercieel dierenvoeder. Daarom kwamen we op het idee om afgevangen stierkikkers, die een invasieve exoot zijn in onze streken, te gebruiken als voedselverrijking voor onze dieren. De stierkikkers komen oorspronkelijk uit Amerika en horen in onze streken niet thuis. Ze eten lokale diertjes op en worden zelf niet voldoende opgegeten door onze inheemse roofdieren. Als we niets doen zal deze soort dus verder en verder uitbreiden ten koste van vele andere soorten die zullen verdwijnen.

We werken samen met het life-project 3n-stierkikker van PXL Hasselt die zich focussen op het uitzetten van steriele kikkers in combinatie met het afvangen van de dieren. Hiervoor werken zij op hun beurt samen met de mensen van Natuurwerk VZW, een sociale en duurzame vereniging die zich inzet voor natuurbehoud.

De belangrijkste factor om dit project een kans te geven voor ons is de factor voedselverrijking. Dieren nieuwe en vreemde elementen geven in hun voeding is één aspect van verrijking. Verrijking is alles wat we doen om dierentuindieren hun leven niet eentonig of saai te laten verlopen.

Amerikaanse predatoren zijn samen geëvolueerd mét de stierkikker, maar onze inheemse predatoren niet. Ze eten daarom de stierkikkers niet graag. Enerzijds hebben ze er geen zoekbeeld voor en zijn de kikkers véél groter dan wat zij kennen. Anderzijds smaakt de kikker een beetje onherkenbaar vies voor hen. En dat is exact hetzelfde voor de dierentuindieren. Het experiment gaat ons laten zien of de dieren de nieuwe prooidieren gaan ‘leren’ eten. Bij de Chinese wolhandkrabben was dat ook het geval, maar daar ging de gewenning veel sneller.

Je zou denken dat het een probleem is dat de dieren hieraan moeten wennen, of het zelfs niet graag eten. Maar dat is nu net wat voedselverrijking ook verrijking maakt. Nieuwe prikkels, uitdagingen en problemen oplossen zijn nodig voor dierentuindieren.

Een bak vol met dieren ijsjes.

Daarom doen we de kikkers nu in gemengde ijsjes waar ook voedselitems inzitten die de dierentuindieren al wél kennen. Door de ijsjes te manipuleren en eraan te likken gaan ze ook de smaak van de stierkikkers misschien meer te pakken krijgen.

Als onze dieren ze niet graag leren eten voorspelt dat niet veel goeds voor de verspreiding van de stierkikker in onze streken, want dan zullen ook onze inheemse roofdieren de kikkers niet snel leren eten. De stierkikker zelf eet echter alles wat in zijn mond past en is een groot gevaar voor inheemse kleine dieren die in en rond het water leven, zoals onze eigen inheemse kikkers bijvoorbeeld.

Enkele links naar andere artikels over de samenwerking:
RTV: https://www.rtv.be/artikels/pakawi-park-gebruikt-invasieve-stierkikkers-en-larven-als-voedsel-a132411
GVA: https://www.gva.be/cnt/dmf20230622_94103989

Zowel de bezoekers als de verzorgers verwachten steeds meer dat er tijd en ruimte is voor verrijking. Dat is geen manier om snel rijk te worden, wél het ‘verrijken’ van het leven van de dierentuindieren door variatie in hun leven te brengen.

Enkele klassieke ‘speeltjes’ in het verblijf gooien zal niet voor ieder dier even interessant zijn. Zeker omdat kunstmatige speeltjes in de natuur niet voorkomen. Een ‘speeltje’ voor dieren kan gaan van een (rotte) boomstam, bevroren voedsel, takken van bepaalde bomen of kartonnen dozen tot een complexe puzzel of een nieuw landschapselement in het verblijf.

Je moet kijken naar de fysiologie en de levenswijze van een dier om de juiste verrijking te bieden. Zo zijn onze gestreepte hyena’s eigenlijk solitaire dieren maar ze hebben toch ergens wel interactie met elkaar. Hun aaneensluitende verblijven zijn dus een verrijking maar we moeten ook zorgen dat het niet stresserend is om elkaar constant te zien. Daarom hebben we een extra inrichtingselement toegevoegd waar de dieren ook een zichtscherm hebben om zich wat te verstoppen. Tegelijk biedt dit nieuw object verschillende types van verrijking aan. Het is omgevingsverrijking om hun omgeving af en toe te wijzigen, zoals met deze klimstructuur. Als het natuurlijk gedrag uitlokt zoals klimmen, krabben, bijten of markeren dan is het ook gedragsverrijking.  Er zijn ook bevestigingspunten op deze structuur aangebracht zodat er bijvoorbeeld ook voedsel aan vastgemaakt kan worden zodat de dieren het moeten lostrekken en sleuren in een vorm van voedselverrijking. Ook fruit kan hier verstopt worden want deze hyena’s zijn geen pure vleeseters. Hyena’s hebben een geweldige reukzin, dus ook het aanbrengen van vreemde ‘luchtjes’ is een vorm van geurverrijking. Dit kan gaan van mest van andere dieren (prooidieren of rivaliserende roofdieren) tot vreemde kruiden of honing.

Ook de beren hebben twee stevige klimplatformen gekregen. Zichtschermen zijn hier iets minder belangrijk maar het omgekeerde wel. Een verhoogd uitkijkplatform oftewel ‘vista’ is voor deze dieren dan weer wel een zinvolle upgrade. De dieren kunnen hier de omgeving afspeuren op een verhoogd platform. Ook hier kan voedselverrijking én geurverrijking plaatsvinden. Want de beren hebben één van de beste neuzen van de dierenwereld.

Deze objecten kaderen in een groter geheel van een upgrade in verrijking, compleet met een verrijkingsverantwoordelijke oftewel ‘dierenplezier verantwoordelijke’, een droomjob, toch?

De witoorpenseelaapjes in de tropenhal hebben een flinke upgrade gekregen als verblijf. Ze mogen nu een groot gedeelte van de dag los in de hal rondlopen, tot groot jolijt van de bezoekers.

Het is eens wat anders om een aapje voorbij te zien springen dan enkel maar vogels te zien in onze tropenhal. Het is nog een beetje zoeken hoe ze zullen omgaan met de verschillende soorten vogels. Als dit meevalt hebben we dus voortaan een extraatje in de tropenhal. Zuid Amerikaanse klauwaapjes eten namelijk naast gom (boomsap), fruit en insecten ook wel eens graag een hagedis, eitje of jong vogeltje. Maar de vogels zijn ook slim door hun nesten op moeilijke plaatsen te maken of ze verdedigen de nesten fel. Ook zulke interacties kunnen een verrijking zijn voor alle diersoorten. Nesten verdedigen is immers ook natuurlijk gedrag, en zonder ‘natuurlijke’ vijanden willen vogels hun agressie dan wel eens op de verkeerde uitwerken, zoals hun partner. Nu kunnen ze zich focussen op de aapjes en de aapjes hebben hun handen vol met het ontdekken van de tropenhal.

Zie je iemand met een waterspuit op een aapje spuiten? Geen angst, dat zijn onze stewards die een oogje in het zeil houden om te zien dat de aapjes geen mensen lastig vallen, maar ook dat de mensen de aapjes niet lastig vallen door ze te voederen! Ook als de aapjes iets verkeerd doen, zoals aan kabels bijten of vogels lastig vallen, kunnen ze een onverwachte douche krijgen. Zo leren ze wat kan en wat niet kan. We experimenteren deze paasvakantie met deze nieuwe vorm van een gemengd verblijf om daarna te evalueren of het blijvend kan zijn. Kom dus zeker kijken nu het kan!

Onze tropenhal bevat over het algemeen soorten uit allerlei tropische gebieden zoals Afrika, Azië en Amerika. Bovengronds vond je vroeger vooral de vogels en in de verdoken reptielengang de reptielen. Maar nu hebben we die regeltjes wat overboord gegooid. 

Ook in Pakawi Park kampen we met de hoge energieprijzen. Zo wordt het tijd om een paar verblijven nader te bekijken. Waaronder o.a. onze Tropenhal. Het hoeft geen verrassing te zijn dat deze ruimte nogal energie-intensief is. We zijn gaan kijken hoe de indeling was en hoe deze dan kon geoptimaliseerd worden. Immers, wanneer we in deze grote ruimte de temperatuur met een paar graden kunnen laten zakken dan scheelt dat al een hoop. Het gevolg is wel dat er een paar diersoorten moesten verhuizen naar warmere verbijven.  

Dit blijkt een win-win situatie! 

Witoorpenseelaapje bestudeert wat vanuit zijn standpunt een heuse “dino” is.

Enkele volières waarin vroeger vooral één soort vogel per volière te zien was zijn nu samengenomen en voorzien van isolatie, verlichting en inrichting. Zo wordt het monotone zicht doorbroken.  

Het eerste verblijf of ‘tropenhalterrarium’ is inmiddels al goed in gebruik genomen door de witoorpenseelaapjes, de groene leguanen en de kolenbranders. Ze leven hier door elkaar en allen zijn ze afkomstig uit Zuid-Amerika. We noemen dat een ‘gemengd verblijf’ en het heeft allerlei voordelen. Zo verwarm je slechts één ruimte voor drie diersoorten en omdat de minimumoppervlaktes nodig voor elke soort opgeteld moeten worden, genieten ze allen van een verblijf dat veel groter is dan dat ze er alleen in zouden zitten. Wel moeten wij opletten welke bewoners we aan co-housing laten doen. Als ze totaal andere zaken eten bestaat de kans dat ze een verkeerde voeding nemen. En als ze hetzelfde eten bestaat de kans dat ze ruzie maken. In dit geval zijn de leguanen vooral verzot op groene bladgroenten, de penseelaapjes op kleine stukjes groenten, fruit en insecten. De penseelaapjes eten ook graag ‘gom’ omdat ze in het wild boomsappen eten, de leguanen eten dat dan weer niet. De kolenbranders lusten ook groenten en fruit, maar deze landschildpadden kunnen niet springen of behendig klimmen zoals de andere bewoners. Daarom dat ieder zijn eigen voederschotel heeft die de rest moeilijker kan bereiken.  

Er is nog een laatste voordeel aan gemengde verblijven, en dat is de verrijking voor hun gedrag. De dieren hebben altijd wel een beetje interactie met elkaar en dat maakt hun alerter. Net zoals ze in het wild alert moeten zijn voor de dieren rondom hen. Leuker voor de bezoeker én leuker voor de dieren, wat wil je nog meer?  
 
Kom zeker nog eens kijken, tot de paasvakantie zijn we geopend in het week-end en op woensdagen, vanaf de paasvakantie zijn we weer elke dag open.